Een Keizerlijk bevel dwingt de Atreides familie om hun groene thuisplaneet
Caladan te verlaten en in te ruilen voor de meest vijandige bewoonde planeet van het
rijk: de woestijnplaneet Arrakis, beter gekend als Duin. En dat alles enkele duizenden jaren na nu.
Duin is niet meer dan een hoop zand, droger dan Aardmensen zich kunnen
voorstellen, maar die hoop zand bevat de meest waardevolle stof uit het heelal:
specie, een zeldzame materie die onmisbaar is voor het goede functioneren van
het Rijk. Zonder de paranormale trance die deze specie oproept zouden de
stuurlui van de reusachtige hooglinieschepen hun weg niet kunnen vinden tussen
de sterren, aan de snelheid van het licht. En zonder diezelfde specie
zouden de Adellijke Families tevreden moeten zijn met een leven van normale
lengte.
Moet nog gezegd worden dat elk middel, politiek, militair of wat dan ook,
aangewend wordt om de controle over de planeet, en dus over de handel, te
krijgen of te verwerven? In dit wespennest van intriges staat een jonge
Paul Atreides bijna alleen op deze extreem vijandige planeet, en moet zich in de
diepe woestijn verbergen om te pogen de planeet voor zijn familie te behouden.
De planeet wordt van oudsher bewoond door de Vrijmans, een woestijvolk dat zich
zoveel als menselijkerwijs mogelijk is heeft aangepast aan het droge klimaat.
Paul zoekt hun steun, maar hij moet eerst hun respect winnen alvorens ze hem als
één der hunnen aanvaarden. En dat is slecht nieuws voor zijn vijanden,
want er is geen meer gehard lever dan de Vrijmans.
Ik leende gewoon "een"
science-fiction verhaal uit de bibliotheek. Wel, dit staat ver boven de
sterreschip-laserwapen-vreemde wezens type verhalen waaruit het grootste deel
van SF helaas bestaat. Dit boek is eigenlijk een verzameling van boeken in
één kaft. Je kan het lezen als een politieke worsteling, of een
religieus gekonkel, zelfs een filosofisch essay over menselijke interactie.
En uiteraard is het een doodgewoon avonturenverhaal. Duin is uitstekend,
het is indrukwekkend, even indrukwekkend als zijn wormen. Denk niet zoals
ik dat de vertaler een fout gemaakt heeft: ze zijn echt zo groot ;-)
Wat me beviel in dit verhaal is net hetzelfde als wat me zo bevalt in In De Ban
Van De Ring, of in Stephen King's verzinsels: het past in mekaar. Het zou
kunnen. Er is geen nood aan een plots opduikende vervloeking of een
tovenaar of uitvinding die alles oplost. En bovendien: het verhaal is zo
sterk dat het gerust naar een andere plaats of tijd kan overgebracht worden.
Het steunt op niks specifieks uit de toekomst, het verhaal staat op zichzelf.
En zo zijn er niet veel.